Chili staat in brand
Terwijl het meest stabiele land van Zuid-Amerika op haar grondvesten davert, probeert iedereen te vatten wat nu juist de lont in het kruitvat gestoken heeft in Chili. De ogenschijnlijk gedisciplineerde Chileense middenklasse wil niet langer in de pas lopen, omdat haar grens bereikt is. Kan een nieuwe grondwet het geweld doen bedaren?
Santiago, Punta Arenas (Chili)
Vrijdag stond een belle époque gebouw van de universiteit van San Pedro Valdivia in lichterlaaie, aangestoken door gemaskerde jongeren die molotov cocktails door de ramen hadden gegooid. De regeringsgezinde televisie-kanalen herhaalden de beelden de hele dag, als om het zinloze geweld van de anarchisten aan de kaak te stellen. Aan de overkant van de Mapocho rivier, op amper tien blokken, vocht de negentienjarige student Gustavo Gatica om niet volledig blind te worden. Hij was al één oog verloren was door een loodje dat werd afgevuurd uit het geweeer van een “carabinero”. Honderden fietsers op protestmars hielden ondertussen halt voor de kliniek om luidkeels hun steun aan Gatica te getuigen. Tot ook zij werden uiteen gedreven de guanaco’s, de gepantserde voertuigen die traangas spuwen als boze metalen lama´s. Chili is in oorlog en de regering weet niet meer wat gedaan. Piñera heeft zijn verontschuldigingen aangeboden op televisie, de prijsverhogingen van de metro teruggedraaid en zijn Minister van Binnenlandse Zaken Andrés Chadwick de laan uitgestuurd. Maar de duizenden demonstranten willen meer, ze willen Piñera’s ontslag en een nieuwe grondwet.
Stijging metroticket van 5 eurocent ontketent revolutie
Eén van de problemen van de regering om de onverwachte opstand te kunnen controleren, is het gebrek aan een duidelijke oppositie waarmee ze kan onderhandelen. Nog moeilijker is de grond van de ontevredenheid te omschrijven. De onlusten barstten op 18 oktober los na de verhoging van het openbaar vervoer met 30 pesos (5 eurocent), maar dat was de spreekwoordelijke druppel na tientallen prijsstijgingen van openbare nutstarieven.
“De prijzen blijven stijgen, maar de lonen gaan niet omhoog,” aldus Nino Maripillan die op een reisbureau werkt in Chileens Patagonië. “Zelf heb ik een degelijk loon, maar als ik rond me kijk zie ik steeds meer Chilenen van de middenklasse die niet meer kunnen rondkomen. De gepensioneerden moeten het doen met een som van 160 US dollar per maand.”
Een opvallend gegeven in de sociale revolutie in Chili is dat het geweld en het vandalisme van een beperkte groep anarchisten, niet afgekeurd wordt door het overgrote deel van de bevolking. Terwijl het platbranden van metrostations en het leegroven van supermarkten, wel de repressie van de politie en het leger in de hand heeft gewerkt. Met wie je ook spreekt, de vernielingen lijken een noodzakelijk bijproduct van de volkswoede, die jarenlang heeft gesluimerd.
Oligarchische lumpen
“Die anarchstische jongeren worden hier neerbuigend lumpen genoemd”, aldus Maripillan, die verwijst naar de marxistische term lumpenproletariat. “Het gaat om jongeren zonder toekomstperspectief, gedrogeerd, maar in deze maatschappij hebben we ook oligarchische lumpen, zoals de artiest Juan Tejeda ze noemt. Mannen die zich steenrijk gemaakt hebben met het koper, het lithium of zalmkwekerijen en geen belasting betalen, m.a.w.nutteloos zijn.”
Het vreemde aan de Chileense situatie is dat het op papier helemaal niet zo slecht gesteld is: Het land was tot voor kort een buitenbeentje in Zuid-Amerika door een aangehouden groei en economische stabiliteit. Volgens de organisatie Cepal, is de armoede de voorbije drie decennia teruggedrongen van veertig procent naar amper tien procent. Maar tegelijkertijd heeft de rijkste tien procent van Chili, niet minder dan 37% van de nationale rijkdom in handen. De economische groei is niet met herverdeling gepaard gegaan.
“De middenklasse heeft het beloofde land gezien en wil er binnen,” schrijft de Chileense politoloog Patricio Navia in de Argentijnse krant La Nación. ”De elite die het economisch model heeft opgebouwd en de armoede heeft teruggedrongen, is niet bereid de privileges en opportuniteiten te delen met de nieuwe middenklasse.”
Deze zogenaamde aspirationele middenklasse, wil ook graag hun kinderen naar de universiteit sturen, maar die zijn steenduur dus moet er worden er geleend. Naar schatting gaat twee derden van de Chilenen gebukt onder de schulden. Het is die benauwdheid, de wetenschap dat ze tegen een glazen plafond zitten, die de Chilenen op straat drijft en allerlei burgercomités doet oprichten. Daar wordt nu volop gediscussieerd over een nieuwe grondwet. Want de oude grondwet die nog dateert van de periode van dictator Pinochet en op ultra-liberale leest was geschoeid, wordt geviseerd als de oorzaak van alle kwaad. Onder meer de gehate private pensioenfondsen, die miserabele sommen uitkeren, werd onder de militaire dictatuur boven de doopvont gehouden. De enigen die aan de private pensioenskassen konden ontsnappen waren de militairen zelf. Net als de privileges van de militairen, werd de mijnsector in de grondwet van Pinochet in de watten gelegd. Milieu zorgen waren er in de jaren ’80 nog niet.
Houdt Piñera het vol?
“Het is goedkoper om te vervuilen in Chili dan ecologische voorschriten na te leven,” zegt Claudio Estrada die werkt in het Nationaal Park Torres del Paine. “Als je hier een rivier of de oceaan vervuilt, zoals met de zalmkweek, dan betaal je gewoon een kleine boete. Er zijn een aantal dingen in de Chileense wetten die niet meer van deze tijd zijn, dus is er grondige verandering nodig.”
President Sebastián Piñera heeft al aangegeven dat hij met de oppositie wil praten over de nieuwe constituente. Maar de vraag is of hij nog tijd krijgt of het lot zal moeten delen van Evo Morales. Gisteren werd het hele land platgelegd door een algemene staking. En aan de spiraal van geweld lijkt voorlopig geen einde te komen.